E-mail deze uitspraak

Uitspraak waar naar gelinkt wordt vanuit de e-mail die gestuurd zal worden:

ECLI:NL:RBDHA:2013:19699
Rechtbank Den Haag, AWB 08/14420 AWB 08/14422

Inhoudsindicatie:

De rechtbank stelt voorop dat het beroep ziet op een ongewenstverklaring. De toepasselijkheid van artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag op eiser staat niet in rechte vast.

Uit de door eiser overgelegde brief van de Afghaanse vice-consul volgt dat hij zich op het standpunt stelt dat eiser geen “crimes against humanity during his duty” heeft begaan. Uit deze brief kan worden afgeleid dat dit standpunt is gebaseerd op bij de Afghaanse autoriteiten aanwezige informatie. Eiser heeft meermalen en tevergeefs de Afghaanse autoriteiten om onderbouwing van hun standpunt gevraagd.

Onder deze omstandigheden is sprake van relevante omstandigheden als bedoeld in rechtsoverweging 98 van het arrest B. en D. die tot nader onderzoek nopen. Verweerder beschikt in zijn relatie tot de Afghaanse autoriteiten over ruimere mogelijkheden dan eiser. Het lag na de vergeefse pogingen van eiser naar het oordeel van de rechtbank op de weg van verweerder te onderzoeken of de verklaring van de Afghaanse autoriteiten op relevante informatie is gebaseerd en zo ja wat de inhoud van deze informatie is en of en in hoeverre deze voor eisers zaak van betekenis is.

Van


Aan


Opmerkingen (optioneel)


E-mail

Terug

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie